Over lessen en offers: Inverness - Peterhead

Inverness

Bij een lange offshore (450 zeemijl doublehanded) vertrek je niet ‘s avonds als het niet absoluut noodzakelijk is. Er is geen tijd om in het wachtsysteem te komen èn je hebt al een drukke dag achter de rug. Hij/zij die de eerste wacht doet, zit dus nog vòòr de tocht goed en wel begonnen is met een slaapachterstand. We gooien los in Inverness op 13 augustus in de vooravond. Dat is de eerste fout.

Over Inverness kan ik kort zijn. Goed om de terugtocht voor te bereiden. We zijn van plan om zo snel mogelijk naar Antwerpen te zeilen. Ik word namelijk op 19 augustus terug verwacht in Mechelen. Het moet lukken om op 4 dagen 450 mijl af te leggen. Vers eten en drinken inslaan, weerberichten opvolgen, gribfiles downloaden, routes en stromingen bekijken en gààn met die banaan.

De eerste nacht verloopt rustig. Weinig wind. Af en toe moet de motor aan omdat we anders te weinig vooruitgang maken. Ik betrek de hondenwacht en zie de zon bloedrood opkomen. A red sky in the morning… We ronden Rattray Head rond 6:00 u. Er staat een WNW tot 7 knopen. Om 8:00 lost Ice mij af. Ik ga nog even slapen. Om 10:00 checken we de gribfiles. De wind gaat krimpen naar het zuidwesten en vervolgens toenemen tot 20 knopen in de late namiddag. We besluiten om een lange slag in zee te maken en in de vooravond een slag richting kust kwestie van dichter onder de wal te zitten om de nacht in te gaan (minder zeegang).

Peterhead verdwijnt stilaan achter de horizon. Het is prachtig zeilweer en geen van ons twee heeft zin om te gaan slapen. We stappen uit ons wachtsysteem. Dat is de tweede fout.

Exact om 16:00 uur draait de wind en neemt zienderogen toe. Tegen 18:00 staat er tot 25 knopen tegen. Tij mee, de zee bouwt op. We steken een reef en zetten de kleine fok. De wachten worden verkort van vier naar twee uur, met dit weer is het onmogelijk om lang te sturen. Ik ga rusten en slaap betrekkelijk goed al is het zéér onstuimig buiten. Om 20:30 los ik Ice af. We zitten nog 20 mijl uit de kust. Het is vermoeiend sturen, diepe golfdalen, brekers, nat, koud en véél wind. We hebben nu bijna constant 28 knopen wind. Ice gaat naar binnen… en de zeeziekte slaat toe. Slapen blijkt onmogelijk. Toch mòet er gerust worden, zeker nu. Tussen Peterhead en de volgende haven die we kunnen aanlopen ligt 95 mijl. Een verdomd groot gat als je ‘s nachts moet opkruisen met veel wind. Dat is de derde fout.

Ondertussen zitten we dichter bij de kust. We liggen ongeveer voor Stonehaven, een 10 -tal mijl voorbij Aberdeen. Het weerbericht voorspelt tot 6 beaufort (strong wind warnings) uit het Zuidwesten, afnemend naar 4 “later”. Niets dramatisch dus maar de praktijk is zwaar, nat en koud, de zeegang “rough” zoals dat heet. De wind neemt nog toe. De zeeziekte houdt aan.

We besluiten om Aberdeen binnen te lopen. We keren de kar en lopen snel, iets comfortabeler nu, want met ruime wind, naar Aberdeen. Voor de enterance roepen we op. Aberdeen is een commerciële haven. We mogen niet binnen en worden naar Stonehaven gestuurd. Na inspectie blijkt dat Stonehaven voor ons geen optie is, het valt droog bij laag water. Op ons antwoord dat we niet binnen kunnen vanwege onze diepgang wordt bot gereageerd: “jawel”. Zelfs na onze vraag om shelter wegens “strong wind warnings” worden we doorverwezen naar Stonehaven. 10 mijl terug vanwaar we net kwamen. Dat was de vierde fout.

Tegen wind, een zware zee, tegen tij en met twijfel in ons hart (want we zijn er helemaal niet van overtuigd dat we in Stonehaven veilig liggen) kruisen we verder. Het is volledig donker nu en de windmeter (tacktick op zonne-energie) laat het afweten. Fijn om op te kruisen tegen gemiddeld 25 knopen wind als je niet meer ziet hoe en waar de wind invalt. Dat is de vijfde fout.

Twee uur en dubbel zoveel mijl later, allebei de uitputting nabij (wegens slaapgebrek én zeeziekte) moeten we plooien. Terugkeren naar Peterhead. Veertig zeemijl. Soms vraagt de zee offers, vooral aan ervaren zeilers die tè zelfverzekerd worden.

Deel ons bericht als je het leuk vindt:

Reacties