Illa sa Conillera is een eilandje op ongeveer drie mijl van San Antoni de Portmani en maakt deel uit van het natuurgebied en vogelreservaat op Ibiza. We ankeren in een beschutte baai aan de Oostkant van het eiland. Het is behoorlijke ankergrond al moet je wel goed mikken om het beschermde zeegras te vermijden (ankeren op het zeegras kan je een boete opleveren van een paar duizend euro). Er staat een oude vuurtoren op het eiland.
Het is een mooie wandeling over het weggetje naar de vuurtoren. Overal liggen zongeblakerde skeletten van zeevogels. Het pad loopt tussen de maquis en de pijnbomen. De kruidige Middellandse zeegeur is adembenemend. Waarom verkopen ze die niet in een flesje? Dan kan ik er thuis af en toe aan snuiven.
Na een milde klim bij bloedhete temperaturen bereiken we de vuurtoren. We krijgen een prachtig uitzicht over de baai waar RepoMan ligt en over de zuidwestelijke kust van Ibiza.
Vroeger waren er twee vuurtorenwachters, ze hadden ieder een huisje en losten elkaar af. Nu alles geautomatiseerd is, is dit romantische beroep vrijwel verdwenen.
Er groeit onkruid tussen de stenen in de verwaarloosde gemeenschappelijke tuin. De zeevogels zijn hier de baas. Ze zweven vrank en vrij boven de rotsen en onze hoofden. Ze maken gebruik van de thermiek om op te stijgen en duiken boven het water weer naar beneden. Heerlijk om hun vliegkunsten te observeren. Waarschijnlijk hebben ze hier in de buurt hun nesten want ze reageren fel op onze aanwezigheid.
Er is een smalle opening in één van de toegemetste ramen. Ik probeer binnen te kijken. Een vochtige, koele kelderlucht komt uit het gaatje. Deze blinde ramen die ooit recht hadden op dit mooie uitzicht zijn nu voorgoed gesloten. Triest. Vreemd en griezelig vind ik die afgesloten, donkere ruimtes waar nooit nog iemand komt. Ze staan in schril contrast met de prachtige, wijdse omgeving. Wie leefde hier ooit? Wat is er van hen geworden?
Op het muurtje, dat de tuin scheidt van de rotsen die recht naar beneden de zee induiken, zit een salamander met kraaloogjes te kijken naar de twee mensdieren in zijn territorium. Ik geniet.
De eenzame rust, het weergaloze uitzicht, de zeevogels... ik zou een goede vuurtorenwachter zijn.
Reacties